woensdag 25 februari 2009

Repositories en Google Scholar

Deze week liet Saskia (UvA) vanuit de Taskforce Open Access weten dat de Taskforce zich ten doel heeft gesteld alle repositories in Nederland door Google Scholar te laten indexeren. Ze beginnen nu met een inventarisatie van de repositories in Google Scholar. Dit is een mooi initiatief waar ik heel blij mee ben. Ik weet dat wij ermee bezig zijn geweest om hier actie op te ondernemen, maar volgens mij heeft dat tot niets concreets geleid.

NARCIS en Google

Leuk! Via de SURFshare nieuwsattendering kregen we het volgende bericht uit de Nieuwsbrief Onderzoekinformatie van de KNAW:

De wetenschapsportal NARCIS is volledig toegankelijk via Google. In september 2008 startte de afdeling een project om Google op een goede manier NARCIS te laten indexeren. Er is een speciale tool gemaakt die Google gemakkelijk kan indexeren zonder door de website te crawlen. Afgelopen september had NARCIS nog een pagerank waarde van 7 (gelijk aan bijvoorbeeld amsterdam.nl), maar inmiddels heeft de portal een pagerank waarde van maar liefst 8 punten gehaald, wat het hoogst haalbare lijkt voor een Nederlandse site. Dit houdt in dat NARCIS na een zoekactie in Google veelal hoog in de ranking eindigt.

dinsdag 24 februari 2009

SURFshare filmpje Open Access

In mijn verslag over de kick-off van het Open Access jaar 2009 noemde ik het filmpje dat in opdracht van SURFshare gemaakt is. Omdat het op die dag nog niet helemaal af was, kon ik er nog niet naar verwijzen. Nu wel, via SURFmedia of via YouTube. De titel is "Open Access: toegang tot de toekomst". Er wordt gewerkt aan een versie met Engelstalige ondertiteling.


De banner en de link naar het filmpje is ook opgenomen op de Open Access webpagina's van Library and IT Services van de UvT.

OA and global participation in science

Het tijdschrift Science is fulltext beschikbaar op de UvT, dus het was snel gevonden. Het 1 pagina grote artikel “Open Access and Global participation in science” van James A. Evans en Jacob Reimer is een samenvatting van hun onderzoek. Ze zeggen: “We used more extensive citation data than those of previous studies to show the influence of OA on research attention and highlight its greatest impact: developing world participation in global science.”

Hun conclusie: “The influence of OA is more modest than many have proposed, at ~8% for recently published research, but our work provides clear support for its ability to widen the global circle of those who can participate in science and benefit from it.”

Verder veel cijfers en grafieken. Wat me opviel was dat het percentage increase in citations voor subfield economics and business aanzienlijk hoger was dan het gemiddelde 8%, namelijk zo’n 25%. Wat me ook opviel was dat er verwezen werd naar ‘supporting online material’. Dit is een verwijzing naar een PDF van 21 pagina’s met de onderbouwing van het onderzoek, methode, grafieken en referenties. In tegenstelling tot het artikeltje, is dit ondersteunende materiaal vrij beschikbaar.

Open Access and Global Participation in Science / James A. Evans and Jacob Reimer. - Science 20 February 2009: 1025.

maandag 23 februari 2009

"Gratis tijdschrift geeft weinig meer citaten"

Collega Anja attendeerde mij vandaag op een klein artikeltje over Open Access in het Kenniskatern (1e pagina) van De Volkskrant van zaterdag 21 februari 2009, met de titel "Gratis tijdschrift geeft weinig meer citaten". Het zegt:
"Via internet gratis toegankelijk maken van wetenschappelijke tijdschriften heeft minder invloed op het wetenschapsbedrijf dan vaak wordt beweerd. Artikelen in zogeheten open access titels hebben gemiddeld slechts 8% meer citaties, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Chicago (Science). Verreweg de meeste onderzoekers bekijken alle bladen betaald, maar via hun instelling; alleen in de Derde Wereld leidt open access tot tientallen procenten meer citaties uit vakliteratuur".

Tegenstrijdige berichten over de invloed van OA op citaten zijn er al langer en daar hoeven we ook niet geheimzinnig over te doen. Toch is naar mijn mening weinig meer, altijd nog meer dan evenveel. Dat in de Derde Wereld OA tot tientallen meer citaties leidt, vind ik een mooi resultaat. Vrije toegang tot wetenschappelijke informatie voor lezers in ontwikkelingslanden is toch een belangrijk argument om voor OA te kiezen?

Ik zal morgen het orginele artikel(tje) in Science bekijken: Open Access and Global Participation in Science / James A. Evans and Jacob Reimer. - Science 20 February 2009: 1025.

maandag 16 februari 2009

Peter Suber (vervolg)

Dit weekend kreeg ik een bericht van Peter Suber dat hij over de Open Access fondsen in Nederland geblogd heeft.

zondag 15 februari 2009

Poken

Vorige week hebben we met een aantal collega's kennis gemaakt met de poken. Collega Richard had er een aantal in Zwitserland gekocht en kon dus laten zien hoe dat er nou in het echt uit ziet. Echt een hebbedingetje! Wat is dat, een poken? Even googlen leverde de volgende beschrijving op:

"Een Poken is een klein apparaatje in de vorm van een grappig beestje waarmee je je offline sociale leven kunt koppelen aan je online sociale netwerken. Door twee Pokens tegen elkaar te houden, wisselen ze op een veilige manier een unieke sleutel uit. Eenmaal thuis worden deze sleutels (maximaal 64 per keer) via de Poken website ‘vertaald’ naar visitekaartjes. Visitekaartjes die op hun beurt de weg wijzen naar de sociale netwerken die deze mensen willen delen."


Voor verdere uitleg verwijs ik graag naar de weblog Gadgets en onderwijs van Annet; klik op het label 'poken'. Een van de berichten bevat een goede uitgebreide beschrijving.

zaterdag 14 februari 2009

Peter Suber

Afgelopen week kreeg ik een telefoontje van collega Jola. Zij had een e-mail van Peter Suber gehad waarin hij vraagt of het klopt dat wij een Open Access fonds hebben. Jola vroeg me of ik hem daar meer over wilde vertellen. Toch leuk dat hij de informatie heeft opgepikt, gezien het feit dat mijn weblog geen UvT-layout heeft en het alleen in het Nederlands beschikbaar is. Zijn antwoord op mijn vraag hoe hij de informatie kon vinden:

"Every day my private crawler checks about 3,000 web sites for news about OA. About 100 of these sites are "canned searches" on general and special search engines. I didn't know about your blog and didn't ask my crawler to check it. But you used the phrase "open access" and one of those search engines picked it up. I don't read Dutch very well, but I can read it well enough to tell what your post was about."

Hij wist alleen van het OA fonds van de UvA. Ik heb hem daarom verwezen naar de informatie die ik op het web kon vinden over de fondsen van Delft en Wageningen. Ook het Institute of Social Studies heeft een fonds. Zodra daar meer informatie over beschikbaar is, zal ik (of zij zelf) hem dat doorgeven. Voor de kick-off van het OA jaar heb ik hem verwezen naar Annemiek of Gerard.

Publicatielijsten

De startbijeenkomst van het SURFshare Open Access jaar bevestigde mijn idee dat we met de publicatielijsten een mooi product voor de onderzoeker in huis hebben. Dit geldt zeker voor de lijsten waarin het hele oeuvre opgenomen is. Ik vind wel dat we moeten kijken hoe we de lijsten per faculteit wat meer naar voren kunnen halen. Een ander aandachtspunt is de doorontwikkeling van de lijsten wat betreft layout en functionaliteit.

vrijdag 13 februari 2009

Kick-off SURFshare Open Access jaar 2009

Afgelopen dinsdag 10 februari organiseerde SURF de kick-off van het SURFshare Open Access jaar 2009. Het werd een bijzonder inspirerende middag! De aftrap begon met een preview van een filmpje waarin bestuurders (!) vertellen waarom OA belangrijk is. Bas Savenije zette de Open Access rOAdmap voor dit jaar uiteen. Er zijn vier belangrijke pijlers:
  • Open Access beleid
  • Grotere betrokkenheid en bewustwording bij stakeholders
  • Een duidelijk juridisch kader
  • Goed geregelde infrastructuur en workflow

    Foto's: Annemiek van der Kuil. Klik op de foto voor groter beeld.
    Na de presentatie van Bas was er een leuke interactieve sessie ingebouwd. Elke pijler was onderverdeeld in aandachtspunten en bijbehorende acties en op een grote poster geprint. Alle deelnemers kregen een reepje met 8 ronde stickertjes en het verzoek om bij de aandachtspunten die zij het belangrijkst vonden, een stickertje te plakken. Ook kon je nog ideeën voor nieuwe acties inbrengen.
    Op de posters ontstonden langzaam maar zeker duidelijk kleine en grote wolkjes bij diverse aandachtspunten. Een leuk moment voor onderlinge discussie en een goede manier om iedereen de gelegenheid te geven input te geven op de voorstellen.

    Daarna lichtte Annemiek de communicatie rond de rOAdmap toe en gaf ze een korte inleiding op de presentaties van de grassroots projecten:
  • Ontsluiting OA publicaties (KNAW)
  • Synchronisatie publicaties onderzoeker (KNAW)
  • Google Analytics voor repository statistieken (RUG)
  • Studie koppeling Groningse repositories met SSRN (RUG)
  • Maandelijkse mail met statistieken (UL)
  • Seal voor OA journals (UU)
  • Statistieken proefschriften (UU)
  • Studenten en OA (UU)
  • Archive alert vragen naar andere versies (UvA)
  • Deposits belonen met portrait gallery (UvA)
  • Paper only materiaal digitaal toegankelijk maken (UvA)
  • Inventarisatie OA per discipline (UvA)

    Veel belangstelling was er voor alles wat met statistieken te maken had. DSpace schijnt redelijk goed te voorzien in het genereren van statistieken. Persoonlijk en met betrekking tot de UvT situatie had ik ook interesse in het project met de SPARC DOAJ seal voor eigen electronic journals, OA bewustmaking onder studenten en de inventarisatie van OA per discipline (wat onze eerdere conclusie al bevestigde: “ook bij economie speelt OA nog geen belangrijke rol”).
    Ik denk dat we met name met de DOAJ seal en met OA bewustzijn bij studenten al echt iets kunnen doen. In verband met dat laatste liet Michel Wesseling van het ISS nog weten dat zij samen met de VU werken aan een OA game. Klinkt interessant!

  • maandag 9 februari 2009

    Ranking Web of World’s Repositories

    Altijd moeilijk, zo’n ranking. Niet als je bovenin de lijst staat, maar als je lager in de lijst staat (zeg maar: helemaal niet) dan wil je toch graag weten hoe dat nou komt. Zelf ben ik als repository manager natuurlijk vooral geïnteresseerd in de Ranking Web of World’s Repositories. Het doel van de ranking:

  • ... to support Open Access initiatives and therefore the free access to scientific publications in an electronic form and to other academic material. The web indicators are used here to measure the global visibility and impact of the scientific repositories.


  • De Tilburg University Repository komt in de Top 300 niet voor. De reden daarvoor blijkt redelijk simpel:

  • Using as basis the data from the Registry of Open Access Repositories (ROAR) and The Directory of Open Access Repositories (OpenDOAR) we have compiled a list of repositories with the following condition[s]: Only repositories with an autonomous web domain or subdomain are included (repository.xxx.zz, YES; www.xxx.zz/repository, NO).


  • Moeten we hier iets aan doen? Ik weet het niet. Ik denk dat er nogal wat op z'n kop gezet wordt als we de Repository zo aan moeten aanpassen om het in de ranking te krijgen. Binnenkort eens bespreken met mensen die meer inzicht in deze materie hebben.

    Voor de geïnteresseerden: in de Top 50 staan drie Nederlandse universiteiten.
  • Igitur Archive Universiteit Utrecht (22)
  • Dissertations of the University of Groningen (23)
  • Leiden University Digital Repository (41)

  • Wat hebben we al gedaan?

    Vorige week kreeg ik van de landelijke Taskforce Open Access rOAdmap 2009 de vraag wat de Repository Manager verwacht van de Taskforce. Ze willen onder andere weten wat wij zelf al gedaan hebben op het gebied van communicatie.
    Terwijl ik bezig was om hier antwoord op te geven, realiseerde ik me dat er inmiddels zo toch al het een en ander is gebeurd.

    • In de brochure van de Tilburg University Repository die ruim een jaar geleden uitgekomen is, staat een item over Open Access (OA) en wordt er verwezen naar de Berlin Declaration die in januari 2007 door onze rector is ondertekend.
    • Ik heb een aantal keren een vergadering bijgewoond van een bibliotheekcommissie of onderzoeksdirecteuren waarbij ik iets kon vertellen over OA. Voor een klein groepje van de Faculteit Rechtswetenschappen heb ik een presentatie gegeven.
    • We hebben een memo over OA geschreven voor het POZ (overleg van rector met vice-decanen onderzoek).
    • In de zomer van 2008 heb ik een OA website gemaakt, binnen de website van de Repository.
    • Er is een klein Fonds Open Access publiceren opgezet. Onderzoekers krijgen hierdoor de gelegenheid om meer ervaring op de doen met het publiceren in OA.
    • Er is een stukje in Univers verschenen over het fonds.
    • Op de website van de bibliotheek is een nieuwsbericht geplaatst over de OA website en over het fonds.
    • In verschillende nieuwsbrieven (van de bibliotheek en van de faculteiten) verscheen een berichtje over het fonds.
    • Last but not least: de 1-op-1 contacten met de verschillende onderzoekers.

    Al met al een mooie lijst met acties! Natuurlijk moet er nog veel meer gebeuren. Het POZ heeft gevraagd naar meer inzicht in de vindbaarheid van onze Repository en van de publicaties via de diverse kanalen. Verder moeten we vooral kijken naar hoe we de onderzoekers kunnen overtuigen van de voordelen van OA en de positieve invloed op citation impact. Voor de UvT is dit toch iets lastiger omdat binnen de humaniora en social sciences OA minder wordt toegepast dan bijvoorbeeld binnnen de technische wetenschappen, biologie en medicijnen.

    Een klein intern onderzoekje naar OA met betrekking tot de economietijdschriften (de tijdschriften die door de faculteit zijn aangewezen als top journals en very good journals) liet onlangs zien dat er van die ongeveer 100 tijdschriften slechts twee waren die een OA keuzemodel hadden!! De reguliere uitgevers bieden vaak wel een OA keuzemodel, maar blijkbaar slechts voor een deel van hun tijdschriften. Gelukkig zijn de economen hier al heel ver met het digitaal aanleveren van publicaties omdat dit het gevoerde beleid is, al jaren.

    woensdag 4 februari 2009

    Fonds Open Access publiceren

    De eerste aanvragen uit het OA fonds zijn binnen en daar ben ik erg blij mee! Het zijn drie aanvragen vanuit het departement Medische Psychologie en Neuropsychologie. Voor wat de Universiteit van Tilburg betreft, was het te verwachten dat van die kant de meeste aanvragen zouden komen omdat daar de meeste 'ervaring' is wat betreft OA publiceren. Er zijn nogal wat BMC (BioMed Central) tijdschriften met een impact factor en de hybride tijdschriften met een keuzemodel voor OA zitten ook vaak in het gebied van psychologie, medicijnen en biologie.

    De eerste aanvraag was voor een artikel in een 'echt' OA tijdschrift, PLoS ONE. Bij de tweede aanvraag liep ik tegen weer een ander business model aan. Het ging om het tijdschrift Current Diabetes Reviews van Bentham Science Publishers. De auteur krijgt in het keuzemodel twee keuzes: OA voor 1 jaar ($1400) of voor altijd plus opname in PubMed ($2800).

    De derde aanvraag hoefde uiteindelijk geen aanspraak te maken op het OA fonds omdat het om een tijdschrift van Springer ging, namelijk Quality of Life Research. De deal met het UKB loopt nog t/m 2009, dus het artikel wordt al gratis OA gemaakt.